Vertaal
Vertalingen tomar el pelo ES>NL
tomar el pelo (ww.) afzetten (ww.) ; bedotten (ww.) ; beetnemen (ww.) ; jokken (ww.) ; liegen (ww.) ; neppen (ww.) ; tillen (ww.) ; verneuken (ww.) ; wijsmaken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `tomar el pelo`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abrir
ES: acorralar
ES: acotar
ES: agarrar
ES: agrandarse
ES: alzar
ES: amanecer
ES: amputar
ES: apagar
ES: apear